{% extends 'checkerapp/course_content.html' %} {% load static %} {% block course_content %}

Videomateriaal

Voor dit onderdeel is er geen videomateriaal.

Schriftelijk materiaal

Terwijl je aan het werk bent, moet je goed in de gaten houden in welke fase bepaalde data zich bevindt: working directory, staging area of project history. Anders weet je niet welke data veilig gelogd is en welke je makkelijk kwijt zou kunnen raken. Je kan hiervan een overzicht opvragen met het commando git status. Om een gedetailleerder overzicht te krijgen, gebruiken wij steeds git status -u.

Wanneer je dit commando uitvoert in je Git repository, kan je verschillende boodschappen zien.

Lees de output van dit commando altijd voor je een commit-operatie uitvoert!

Het kan perfect zijn dat eenzelfde file data bevat die al in de staging area staat en data die alleen maar in de working directory staat. Dezelfde filenaam kan dus verschijnen in verschillende boodschappen van git status!

Git gebruikt een kleurcodering om aan te geven welke wijzigingen in welke fase staan. Indien je kleurenblind bent, kan het de moeite zijn de gebruikte kleuren te veranderen. Ga na via een zoekmachine hoe je de kleuren van Git aanpast voor jouw shell.

{% endblock course_content %} {% block assignment %}
  1. Controleer dat er geen enkele wijziging aanwezig is in je working directory of staging area.
  2. Maak een tekstbestand (met de naam die gevraagd wordt in de technische vereisten) en zet daarin alleen de tekst "test" (zonder aanhalingstekens).
  3. Sla het bestand op.
  4. Verlaat het bestand en vraag een overzicht van je wijzigingen. Bekijk dit en vergelijk met de uitleg op deze pagina.
  5. Voer uit: git add --all.
  6. Open je bestand opnieuw.
  7. Zet op de tweede regel ook "test" (zonder aanhalingstekens).
  8. Sla het bestand op.
  9. Verlaat het bestand en vraag een overzicht van je wijzigingen. Bekijk dit en vergelijk met de uitleg op deze pagina.
  10. Kopieer (enkel!) de output, dus niet de regel die je net hebt getypt maar wel alles wat daarop volgt, vanaf het eerste geprinte karakter.
  11. Sla de output op in je tekstbestand (overschrijf wat er al stond).
  12. Stage en commit je tekstbestand.
  13. Voer uit: git push.
{% endblock assignment %}